Minister Dijsselbloem van Financiën stelt het besluit over de beursgang van ABN Amro nog even uit. Een typisch staaltje politiek voor bühne om de volkswoede over een extra beloning van een ton voor de bestuurstop te kanaliseren, stelt Z24’s Jeroen de Boer.

Gaat staatsbank ABN Amro dit jaar nog naar de beurs? Minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën maakte vrijdag bekend dat hij het besluit nog even uitstelt, omdat hij eerst de Tweede Kamer wil informeren over de recente salarisverhogingen bij de bestuurstop van ABN Amro.

“Ja, dat leidt tot vertraging bij de verkoop, maar hopelijk niet lang”, aldus Dijsselbloem in een toelichting. Oorspronkelijk had het kabinet beloofd om vóór 1 april de knoop door te hakken over de beursgang van ABN Amro. Die zou naar verwachting na de zomer kunnen plaatsvinden.

Wrevel Dijsselbloem en top ABN Amro

Dat Dijsselbloem dit besluit nu weer iets opschuift, lijkt vooral te maken te hebben met kinnesinne tussen de minister en de top van ABN Amro. Het uitstel van Dijsselbloem oogt als een speldenprikje richting de Amsterdamse Zuidas, tenzij er onderliggend serieuzere zaken spelen. Maar dan zou chiquer zijn als Dijsselbloem daarover open kaart speelt.

Update zaterdag 28 maart: pikante ontwikkeling is dat ABN Amro volgens toezichthouder DNB zou falen in de aanpak van corruptierisico’s, meldt Het Financieele Dagblad. Vooral de relatie met oliebedrijf Gunvor, dat volgens de Amerikaanse overheid banden heeft met de Russsiche president Poetin, zit de Nederlandse toezichthouder dwars.

Deze kwestie zou een veel legitiemere reden zijn om nog eens te kijken naar de timing van de beursgang, ware het niet dat het ministerie van Financiën ontkent weet te hebben van de kritiek van DNB op ABN Amro. Officieel wist Dijsselbloem dus niets van de 'Russische kwestie', maar het is natuurlijk wel opvallend dat die in de publiciteit komt, een dag na de bekendmaking van het uitstel van de beursgang.

Verontwaardiging over salarisverhoging

Dijsselbloem deed afgelopen week volop mee aan het koor van verontwaardiging dat losbrak, nadat ABN Amro bekendmaakte dat de leden van de Raad van Bestuur - minus topman Gerrit Zalm - over 2014 een "tijdelijke vaste salarisverhoging" krijgen van 100 duizend euro, bovenop het vaste salaris van 608 duizend euro.

De minister leek duidelijk geïrriteerd dat de de top van de bank die in 2008 halsoverkop moest worden genationaliseerd, hem in verlegenheid bracht. Maar als je de feiten nauwkeuriger bekijkt, kan noch Dijsselbloem noch de Tweede Kamer verbaasd zijn.

Compensatieregeling ABN Amro zal allang in de pijplijn

In 2011 besloot het kabinet Rutte 1 (VVD-CDA) met instemming van de Tweede Kamer tot invoering van een wet die variabele beloningen voor beleidsbepalers van staatbanken verbood. Deze regeling botste echter met oude contracten van de raad van bestuur van ABN Amro. Die contracten voorzagen in een vast salaris van 600 duizend euro plus een variabele beloning van maximaal 60 procent van het vaste salaris. Dit zou neerkomen op een totale beloning van maximaal zo’n 960 duizend euro.

De bonuswet werd door toenmalig minister van Financiën Jan Kees de Jager (CDA) in februari 2012 door de Tweede Kamer werd geloodst en zette dus een rem op elke vorm van variabele beloning. De staat heeft toen als aandeelhouder ingestemd met een regeling waarbij de bestuurders van ABN Amro ter compensatie een "tijdelijke vaste salarisverhoging" konden krijgen van 16,67 procent van het vaste loon van 2012, ofwel één ton extra bovenop het salaris van 600 duizend euro.

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat een amendement op de bonuswet van de SP tegen zo'n compensatieregeling begin 2012 werd verworpen. SP, PvdA, D66, Christenunie en de Partij voor de Dieren stemden  vóór, onder meer CDA en VVD tegen.

Ongelukkige timing

Linkse partijen kunnen nu dus wel oude koeien uit de sloot halen, maar sinds 2012 weten de fracties in de Tweede Kamer precies hoe de vork in in de steel zit.

Het is vooral bijzonder dat de top van ABN Amro de toekenning van de ton extra over 2012 en 2013 niet heeft toegepast. Of anders gezegd: het was pr-technisch veel handiger geweest als ABN Amro in 2012 al was begonnen met het uitvoeren van de compensatieregeling. Dan had je op dat moment een mediarelletje gehad, maar was er nu geen verrassingselement, zo kort voor de geplande beursgang.

Ophef over topbeloningen

Sinds de kredietcrisis van 2008 liggen beloningsexcessen in het bedrijfsleven (en de semi-overheid) nog gevoeliger dan voorheen. Politici gaan daar gretig in mee, maar de maatvoering lijkt af en toe wel een beetje zoek.

Natuurlijk is voor veel mensen ook een ton veel geld, maar kijk je bijvoorbeeld naar de verhouding tussen de top en de werkvloer, dan kun je ABN Amro moeilijk van excessen beschuldigen.

De gemiddelde personeelskosten (inclusief werkgeverslasten en pensioenen) lagen afgelopen jaar op ongeveer 121 duizend euro per werknemer bij ABN Amro, blijkt uit het jaarverslag. De kosten voor leden van de raad van bestuur lagen tussen de 922 duizend euro en 1,06 miljoen euro voor bestuursvoorzitter Zalm. Ofwel, de top kreeg iets meer dan 8 keer zoveel als de gemiddelde werknemer.

Moet je  je daar nu zo over opwinden? Toen ABN Amro en babyvoedingsbedrijf Numico in 2007 werden overgenomen kregen de scheidende bazen, Rijkman Groenink en Jan Bennink, een beloning mee die neerkwam op respectievelijk 563 keer de gemiddelde beloning bij ABN Amro en meer dan 1.300 keer de gemiddelde werknemerskosten bij Numico, zo rekende Z24 zeven jaar geleden uit.

Lees ook

Niet alleen bonus voor de top, ook werknemer krijgt vaker extraatje

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl